Maatwerkdienstverlening 18-

In deze toelichting worden de volgende taakvelden samengevoegd:
6.72 Maatschappelijke dienstverl. 18-   € -1.706.112

6.82 Geëscaleerde zorg 18-      € 455.000
                                                     _____________
Totaal:                € -1.251.112

Dit bedrag wordt hieronder toegelicht:

Hogere kosten ZIN 2021
Het is duidelijk dat corona effect heeft op de vraag naar jeugdhulp, maar het exacte effect blijft lastig te duiden. In 2020 zagen we voornamelijk een uitval van zorg, maar in de eerste helft van 2021 was er juist sprake van een toename. Dit beeld komt overeen met het landelijke beeld dat er sprake zou zijn van een boeggolf en verzwaring van zorg. Het aantal ggz-verwijzingen nam landelijk maar ook in Apeldoorn sterk toe in de eerste maanden van 2021. Echter zien we in de tweede helft van 2021 dat de groei afvlakt.

Niet gerealiseerde ombuigingsmaatregel "Boete"
In 2021 zijn de 50 grootste aanbieders qua omzet actief gemonitord. Het declaratiegedrag is bij 47 aanbieders voldoende beoordeeld en met 3 aanbieders zijn aanvullende afspraken gemaakt. Conform de raamovereenkomst wordt een aanbieder eerst om een herstelplan verzocht. Als vervolgens nog niet tijdig wordt gedeclareerd wordt een aanbieder in gebreke gesteld en dan pas kan een boete worden opgelegd. Met deze werkwijze is bij de berekening van de ombuiging onvoldoende rekening gehouden

Vrijval kosten ZIN 2020
In 2020 zijn de nog te verwachten kosten ZIN te hoog ingeschat. Deze kosten worden niet meer verwacht en vallen vrij in 2021.     

Lagere kosten coronamaatregelen
We hebben de incidentele rijksmiddelen voor steun- en herstelmaatregelen Corona maar gedeeltelijk kunnen besteden. De niet bestede middelen worden daarom toegevoegd aan de coronareserve om deze wel beschikbaar te houden.

Lagere kosten PGB
Het CJG stuurt op het verschuiven van hulp van de PGB naar ZIN. De dalende trend van jaarlijkse kosten zet zich daarmee ook voort in 2021 en levert een verdere besparing op van € 116.000.

Lagere kosten jeugdwetvervoer
Het voordeel komt voort uit minder vervoersbewegingen als gevolg van corona en levert een besparing op van € 70.000.

Hieronder volgt de toelichting op de KPMG ombuigingsmaatregelen die onderdeel zijn van Transformatienota 2020-2023:

Maatregel 1: Boeteclausule bij laat factureren (8% bij te laat factureren)
MPB 2021 begroot: € 950.000
Realisatie 2021      : € 0

Toelichting:
In 2021 zijn de 50 grootste aanbieders qua omzet actief gemonitord. Het declaratiegedrag is bij 47 aanbieders voldoende beoordeeld en met 3 aanbieders zijn aanvullende afspraken gemaakt. Conform de raamovereenkomst wordt een aanbieder eerst om een herstelplan verzocht. Als vervolgens nog niet tijdig wordt gedeclareerd wordt een aanbieder in gebreke gesteld en dan pas kan een boete worden opgelegd. Met deze werkwijze is bij de berekening van de ombuiging onvoldoende rekening gehouden. Met drie aanbieders zijn in de loop van 2021 herstelpannen afgesproken, waarvan één aanbieder nu tijdig declareert en met de twee andere aanbieders nog gesprekken worden gevoerd. De prognose is daarom ook bijgesteld naar nul.

Maatregel 2: Budgetplafond zorgaanbieders
MPB 2021 begroot: € 3.000.000
Realisatie 2021    : € 3.600.000

Toelichting:
In het budget 2021 is de ombuiging (taakstelling) van € 3 miljoen te realiseren door de budgetplafonds reeds verwerkt.
Daarbovenop blijven de uitgaven nu nog € 0,6 miljoen achter bij het budget.

Ondanks dat de budgetplafonds strikt worden gehandhaafd, is het in toenemende mate noodzakelijk geweest om zorgverlening via het traject van individuele overschrijding toe te kennen. Een individuele overschrijding kan worden toegekend indien de passende jeugdhulpaanbieder met de cliënten in zorg het budgetplafond gaat bereiken.

Er is voor ongeveer € 3,5 miljoen aan hogere budgetplafonds toegekend. Daar staat tegenover dat budgetten niet altijd volledig worden uitgenut omdat er geen zorg wordt geleverd. In totaal is een bedrag van € 4,1 miljoen niet gedeclareerd ten opzichte van de afgegeven plafonds. Per saldo is er daarmee € 0,6 miljoen minder uitgegeven dan begroot voor de producten waarop de budgetplafonds niet van toepassing zijn

Op basis van deze financiële gegevens kan echter niet zonder meer worden gesteld dat de besparing (enkel) is gerealiseerd door de werking van de budgetplafonds. Onderstaande ontwikkelingen zijn mogelijk van invloed geweest en/of zijn relevant:
•   Het effect van corona op jongeren en hun hulpvraag en zorg in zijn algemeenheid is nog altijd lastig te duiden.
•   Bij de Wmo maatwerkvoorzieningen is er sprake van minder kosten in 2021 dan verwacht. Mogelijk is er binnen Apeldoorn in zijn geheel dus relatief minder vraag naar hulp geweest in 2021 en komt de gerealiseerde taakstelling niet alleen voort uit de budgetplafonds
•   Personeelsgebrek bij aanbieders, in het bijzonder binnen de SGGZ, hebben mogelijk geleid tot minder jeugdhulp. Daarnaast is er ook sprake geweest van een hoger ziekteverzuim a.g.v. corona.
•   Inzet van lichtere hulp. Op diverse gebieden is, onder andere, vanuit de toegang gestuurd op een lichte vorm van hulp: CJG4Kracht, meer ambulantisering in plaats van uithuisplaatsing en minder gesloten plaatsingen.
•   Er is een verschuiving zichtbaar naar meer niet gecontracteerde zorg.

Naar aanleiding van de motie “tegen het plafond”  is door college besloten om de budgetplafonds SGGZ voor 2022 en 2023 tijdelijk buiten werking te stellen. Via een pilot in 2022-2023 wordt vervolgens gemonitord en geanalyseerd wat de uitwerking is van dit besluit.

Maatregel 3: Afschalen van 20% indicaties individuele voorzieningen via CJG naar algemene voorzieningen & CJG4Kracht
MPB 2021 begroot: € 1.000.000
Realisatie 2021      : € 250.000

Toelichting:
We zien het aantal cliënten wat ambulante ondersteuning krijgt via CJG4Kracht verder groeien in 2021:
2021   Aantal: 422
2020   Aantal: 310
2019   Aantal: 237

Het financiële effect van deze maatregel bestaat uit diverse componenten:

1. Lagere kosten directe hulpverlening
Op basis van een aantal aannames zoals ook de AEF gebruikt in het rapport “Stelsel in groei” hebben we een inschatting gemaakt van de verdeling in zware en lichte trajecten die anders bij een Jeugdhulpaanbieder waren uitgevoerd. Op basis van het gemiddeld aantal uur per traject en uurtarief, komen we dan voor de 422 jeugdigen op een bedrag van € 1,8 miljoen. Als we de loonkosten van het CJG (€ 1,5 miljoen) hierop verminderen, is de indicatieve besparing € 0,3 miljoen

2. Voorkomen jeugdzorg door inzet andere voorzieningen
Doordat CJG4Kracht in de wijk actief is, is er meer kennis over de zorgbehoeften in de wijk. De laagdrempelige hulp zorgt ervoor dat toekomstige zorgvragen en problematiek voorkomen kunnen worden, bijvoorbeeld door inzet van Algemene voorzieningen. AEF herkent dit ook als belangrijke meerwaarde, helaas ontbreken gegevens (zowel binnen Apeldoorn als landelijk) om dit te kwantificeren.

3. Voorkomen verzwaring van Jeugdzorg
Problematiek van de jeugdige is eerder in beeld waardoor zwaardere zorg voorkomen wordt. De kosten van dit soort trajecten lopen fors uiteen en variëren van € 10.000 tot € 30.000 (AEF). Als dit in 1% van de gevallen gebeurd, kan de aanvullende besparing daarmee oplopen naar € 100.000 of meer.

Daarnaast is de aanname dat de trajecten binnen CJG4Kracht korter zijn dan in maatwerkvoorzieningen. Daarnaast weten we dat uitstroom uit geïndiceerde zorg een punt van aandacht is.  

Resumerend is een bedrag van € 0,3 als besparing te  onderbouwen. In werkelijkheid zal dit bedrag naar verwachting hoger zijn, gelet op andere effecten die meespelen en door onderzoek van AEF bevestigd worden. Gegevens ontbreken echter om dit te kwantificeren.

Maatregel 4: Uitbreiden van POH Jeugdhulp bij huisartsen van 33% naar 50%
MPB 2021 begroot: € 700.000
2021 realisatie      : € 2.400.000

Toelichting:
We zien een duidelijke afname van het aantal verwijzingen en de daarmee samenhangende kosten via de huisartsen. De aanname is daarmee op dit moment dat de ombuiging is gerealiseerd. In welke mate Corona hierop nog een effect had, is echter niet te kwantificeren. Wel waren er in 2020 POH’s bij 55% van de huisartspraktijken. Daarmee is de prestatie gehaald.

De totale zorgkosten op basis van verwijzing huisarts dalen sinds 2019. De lagere kosten in 2020 tov 2019 zijn € 1.700.000 De lagere kosten in 2021 zijn tov 2020 € 1.020.000. In 2021 zijn in totaal 2 fte aan POHérs ingezet, de totale kosten hiervan zijn  € 0,2 Miljoen inclusief overhead. De netto besparing in 2021 is € 0,8 miljoen, waarbij wordt opgemerkt dat het onduidelijk is wat de impact van Corona is geweest.  De daling van kosten in 2020 zet zich ook voort in 2021 en daarmee komt het uiteindelijke netto effect op een daling van € 2,4 miljoen.

Maatregel 5: Wlz indicaties in plaats van maatwerk jeugdhulp
MPB 2021 begroot: € 350.000
2021 realisatie      : € 350.000

Toelichting:
Screening is met name een dossierscreening en is gestart in 2020. Er zijn inmiddels 20 cliënten uit het huidige bestand doorverwezen naar de Wlz. Dit levert een bruto besparing op in 2021 van € 400.000. Deze screening is uitgevoerd door een extern bureau, de kosten hiervan zijn inclusief begeleiding € 50.000. Dit leverde een netto besparing op van € 350.000. Daarmee is de besparing structureel gerealiseerd.

Er is inmiddels een aanvullende opdracht verleend aan een ander extern bureau om te kijken of er eventueel nog aanvullend potentieel aanwezig is.

In de berekening is niet meegenomen welke besparing is gerealiseerd doordat bij de Toegang aanvragen direct zijn doorverwezen naar de Wlz. Hier is namelijk geen registratie van. Aannemelijk is dat de werkelijke besparing hierdoor hoger is.

Maatregel 6: Regie op duurste zorgvragers
MPB 2021 begroot: € 250.000
2021 realisatie      : PM

Toelichting:
Binnen jeugd zijn de duurste zorgvragers de jeugdigen in verblijf. Hier worden acties ondernomen in het kader van ‘zo thuis mogelijk opgroeien’, zoals inzetten op pleegzorg en gezinshuizen. Daarnaast wordt door het CJG o.a. ingezet op ambulantisering en het voorkomen van uithuisplaatsingen.

Financiële effecten zijn hierbij niet te meten.

Maatregel 7: Grip krijgen op toewijzingen GI’s en scherper volgen OTS
MPB 2021 begroot: € 150.000
2021 realisatie      : €  0

Toelichting:
Deze actie loopt, na opstart hulpverlening, weer door. Het heeft door de crisis enige vertraging opgelopen. CJG kijkt met grootste GI-en (JBG, WSG en LDH) mee naar indicaties om te voorkomen dat er stapeling van zorg binnen een traject plaatsvindt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld hetzelfde zorgproduct uitgevoerd door meerdere jeugdhulpaanbieders.
Er zijn op dit moment nog geen vergelijkende (landelijke) cijfers 2021 beschikbaar, daarom wordt hieronder de ontwikkeling tot en met 2020 gepresenteerd:

       2015   2016   2017   2018   2019   2020

Landelijk   36.440   35.200   35.100   35.550   36.320   36.840
100.000+   8.964   8.369   8.401   8.575   8.750   8.865
Apeldoorn   470   400   435   460   530   525

In 2020 is in Apeldoorn een lichte daling te zien, terwijl de landelijke trend en de 100.000+ gemeenten een stijging lieten zien.
De kosten voor jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn in 2021 in Apeldoorn niet toegenomen ten opzichte van 2020. . Het is daarmee aannemelijk dat er geen sprake is van een volumegroei. De tarieven van 2020 zijn met een tariefstijging geïndexeerd naar 2021. Bij een gelijk volume in 2021 zou er sprake moeten zijn van toename van kosten.

Maatregel 8: OJA, onderwijs en jeugdhulp combineren
MPB 2021 begroot: PM   
2021 realisatie       : € 15.521

Toelichting:
AEF geeft in haar rapport “Stelsel in groei” aan dat de bespaarde kosten op een voorkomen traject uitkomen op € 2.326 (bruto). Dit bedrag wordt gebruikt om het effect van OJA te kunnen berekenen. De kosten aan inzet zijn € 1.988 per traject. Dit leidt tot het volgende gerealiseerde netto besparing:  

OJA              2021     2020

Aantallen               46                    25
Besparing (netto)        € 15.521    € 8.435

Maatregel 9: Besparing PGB
MPB 2021 begroot: € 200.000
2021 realisatie      : €  346.000

Toelichting:
In de jaarrekening 2020 werd al aangeven dat de dalende trend van jaarlijkse kosten zich ook in 2020 voorzet. Deze trend zet ook voort in 2021 en levert een verdere besparing op van € 116.000. Deze besparing levert samen met de structurele besparing vanuit 2020 (€ 230.000) een totale besparing op van € 346.000 in 2021.

Betreft het verschil op taakveld 6.82 die op taakveld 6.72 wordt verantwoord.

Overige verschillen onder de rapporteringsgrens van € 200.000

Totaal lasten